Dit markante bouwwerk aan het lint Nieuw Beerta - Drieborg, is gebouwd in Amsterdamse School Stijl en ligt op 8100m² eigen grond (2013). De villaboerderij heeft 10 kamers (3 slaapkamers), een serre, badkamer en twee toilets, twee balkons, waarvan één met een oppervlakte van 28m². Het woonoppervlakte is 350m². Het pand heeft verder een grote kelder en een grote zolder (mogelijkheid voor 3 extra (slaap)kamers), een garage en beschikt anno 2013 over een nieuwe CV Nefit Ecomline HR Excelent 68Kw ketel.
De schuur is 2400m² en is geheel voorzien van een betonnen vloer, 20 cm dik met twee beton matten. De schuur heeft twee overhead deuren, een van 470 cm breed en 450 cm hoog een een van 380 cm breed en 380 cm hoog. Beide met vol hard glas en electrische afstandsbediening. De nok heeft een hoogte van 13 meter, de zijwand is 3 tot 6 meter hoog. Het pand is voor vele doeleinden geschikt, zoals een transportbedrijf, timmermans- of loodgietersbedrijf met veel opslagruimte. Anno 2013 is het volledige pand te koop en is het in prijs verlaagd van €598.500 naar €450.000 k.k. De huidige eigenaar heeft het pand in de verkoop in verband met verhuizing naar het buitenland (2013).
De villaboerderij aan Hoofdweg 95 in Nieuw Beerta is in 1934 gebouwd in een aan de Amsterdamse School verwante bouwstijl in opdracht van Everhardus Hendrik Leemhuis. De bij de boerderij behorende schuur dateert uit 1810. De boerderij ligt op een gedeeltelijk omgracht perceel.
De villa aan de Hoofdweg 95 te Nieuw-Beerta is in 1934 ontworpen door de in die periode in Finsterwolde woonachtige architect K. Westerman (1892-1965). Dezelfde architect ontwierp voor H.R. Leemhuis in dezelfde bouwstijl een renteniersvilla aan de Verlengde Hoofdweg 2 te Nieuw-Beerta.
De architect heeft gebruikgemaakt van strakke geometrische patronen. Door middel van inspringende geveldelen en strakke rechthoekige betonnen decoraties heeft de villa een expressionistisch uiterlijk. De entree bevindt zich in een portiek in een vooruitstekend gedeelte van de oostelijke gevel. Een betonnen luifel boven het portiek wordt verlengd met een latei die doorloopt boven een erker en de rest van het linker gedeelte van de voorgevel. Boven de erker bevindt zich een balkon met gemetselde borstwering. Rechts daarvan een sober gedecoreerde, gemetselde schoorsteen, die hoog boven het dak uitsteekt.
De villaboerderij is erkend als rijksmonument onder meer vanwege de cultuurhistorische waarde, de markante ligging, de vrij hoge mate van gaafheid en als voorbeeld van zowel de toegepaste bouwstijl in deze periode en van het werk van architect Westerman.
Het ligt op een enigszins verhoogd terrein aan het lint Nieuw Beerta - Drieborg is is voorgedragen als beschermd dorpsgezicht. In de tuin aan de voorzijde zijn restanten aanwezig van een rotstuin. Aan de linker zijde van het terrein verschaft een oprijlaan toegang tot de boerderij.
Omschrijving De villaboerderij bestaat uit een voorhuis, een hoofdschuur en een aangebouwde bijschuur. Het twee verdiepingen hoge, deels onderkelderde voorhujis op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een rode gesinterde baksteen op een trasraam van gesinterde bruinpaarse baksteen en wordt gedekt door een schilddak waarop zwarte opnieuw verbeterde Hollandse pannen; hoge gemetselde schoorsteen op het oostelijk dakvlak met geometrische betonelementen; ruim overstekende houten goot; op het oostelijk dakvlak een dakkapel onder overkragend plat dak waarin een liggend tweedelig venster.
De gevels worden geleed door liggende en staande vensters met onderdorpel van donkere baksteen.
De entree bevindt zich links in het risalerende rechter geveldeel van de voorgevel (oostzijde) en bestaat uit een gladde houten deur waarin een staand venster en zijlichten met glas-in-lood; drie treden hoge gemetselde stoep met aan de rechterzijde een gemetselde bloembak.
Boven de deur een betonnen luifel rustend op betonnen consoles waarboven een vierdelig bovenlicht waarin deels glas-in-lood. Rechts van de entree een liggend tweedelig vensters met in het zijlicht glas-in-lood onder een uitkragende betonlatei, waaronder een keldervenster met diefijzer.
Boven de entree twee liggende vensters waarin gekleurd glas-in-lood met aan de bovenzijde rechthoekige betonnen decoraties en aan de onderzijde drie uitkragende betonnen vlakken; rechts van deze vensters een liggend tweedelig venster waaronder een houten bloembak op betonnen klossen.
In het linker geveldeel een driezijdige erker met aan de voorzijde een liggend venster, aan de linker schuine zijde een staand venster en aan de rechter schuine zijde een staand venster waarin glas-in-lood, alle onder één betonlatei.
Boven de erker een balkon met gemetselde borstwering waarachter een houten balkondeur waarin glas met zijlicht. Aan de rechterzijde van de zuidgevel een zevenzijdige erker waarin zes staande vensters en een houten deur met glas waarvoor een wee treden hoge gemetselde stoep, alle onder één uitkragende betonlatei. Boven de erker een deels inpandig balkon met gemetselde borstwering waarachter dubbele houten balkondeuren waarin glas met houten hordeuren waarvoor een twee treden hoge houten stoep en een enkele houten balkondeur met glas; het dak wordt gedragen door een vierkante gemetselde pijler. Aan de linkerzijde van de erker een inpandige gladde houten deur waarin een staand vierruits venster waarvoor een twee treden hoge gemetselde stoep met aan de rechterzijde een tweedelig liggend venster met in het zijlicht glas-in-lood, alle onder één uitkragende betonlatei. Op de verdieping een liggend tweedelig venster waaronder een houten bloembak op betonnen klossen.
De hoofdschuur is tegen de achterzijde (westgevel) aangebouwd.
Centraal in de noordgevel een liggend drieruits venster waarin gekleurd glas-in-lood met aan de onder- en bovenzijde siermetselwerk. Onder dit venster twee tweeruits keldervensters met diefijzer en boven dit venster een groot staand twaalfruits venster waarin gekleurd glas-in-lood. Links van de noordgevel een staand venster onder een uitkragende betonlatei waaronder een tweeruits keldervenster met diefijzer en waarboven een staand venster waaronder een houten bloembak op betonnen klossen. Rechts van de noordgevel een staand tweedelig venster waaronder een tweeruits keldervenster met diefijzer en waarboven een staand tweedelig venster.
In het interieur zijn ondermeer van belang: de houten deuren (op de verdieping met glas met structuur), de geglazuurde gekleurde vensterbanken, de hardboardplafonds met geometrische motieven, de hoge houten lijsten, in de tochthal de houten tochtdeur en tegelvloer, in de hal de houten bordestrap met dichte houten leuning, in de voorkamer de twee dubbele houten schuifdeuren waarin glas-in-lood, in de slaapkamer aan de noordoostzijde op de verdieping de wasbakken met spiegel, op zolder de beschoten kap.
De hoofdschuur is opgetrokken in roodbruine baksteen deels op een trasraam van rode gesinterde baksteen en wordt gedekt door een zadeldak met wolfeind waarop niet-originele platen; niet-originele goot; muurankers. Links aan de voorzijde (oostgevel) een smal H-venster. Rechts aan de voorzijde een smal H-venster waarvoor een driezijdige gemetselde bloembak.
In de zuidgevel een T-venster met H-venster als zijlicht waarboven een liggend venster. Aan de rechterzijde van de krimp twee halfronde houten schuurdeuren met twee ronde vensters met roedenverdeling en ijzeren gehengen onder rollaag. Aan de voorzijde van de krimp een liggend venster, een houten schuurdeur waarop niet-originele platen en met niet-origineel zijlicht waarvoor een aangesmeerde stoep, een liggend tweeruits venster, twee getoogde liggende vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling, twee tweeruits vensters en acht getoogde liggende vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling, alle onder rollaag.
In de achtergevel (westzijde) niet-originele schuurdeuren met niet-originele boven- en zijlichten, niet-originele schuurdeuren met bovenlicht met decoratieve ijzeren roedenverdeling onder een houten latei en rollaag en acht getoogde vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling onder rollaag.
In de schuine zijde van de noordgevel dubbele houten schuurdeuren onder een houten latei en rollaag waarboven een niet-origineel halfrond venster. De linkerzijde van de krimp is opgetrokken in nieuwe baksteen. Aan de voorzijde van de krimp twee halfronde schuurvensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling. Aan deze zijde is de bijschuur aangebouwd.
De aangebouwde bijschuur is opgetrokken in roodbruine baksteen en wordt gedekt door een wolfdak waarop niet-originele platen; afgeronde hoeken; niet-originele goot. In de achtergevel (westzijde) vier getoogde vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling onder rollaag.
Waardering als Rijksmonument: Villaboerderij met aangebouwde bijschuur van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde: - als voorbeeld van een villaboerderij uit 1934 met oudere hoofdschuur (1810) in de provincie Groningen in een regionale Amsterdamse School-stijl - vanwege de opvallende vormgeving en detaillering - vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur - als typerend voorbeeld van het oeuvre van architect Westerman - vanwege de markante ligging in het als beschermd gezicht voorgedragen lint Beerta-Drieborg
Bronnen: 01. Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (Geraadpleegd: 2013). 02. Rijksmonumenten.nl (Geraadpleegd: 2013). 02. Funda.nl (Geraadpleegd 4 september 2013).
|